(tekst Aargh)
Mijn naam is Jan van Krentebaerdt
De ridder van het vette zwaard
Ik ben een held!
Ik hak zelfs spruiten in de pan
En neem er grote scheppen van
Je staat versteld
Ze deinzen piepend achteruit
Maar ik vreet grommend elke spruit
dat is gezond
En heb ik weer zo’n daad verricht
dan is men mij een zoen verplicht.
Hierrr op mijn mond.
Ik ben voor snijbonen niet bang
Al zijn ze nog zo taai en lang
Ik lust ze rauw
Ik steek ze dood en snijd ze fijn
Ik dompel ze in wijnazijn
En kauw en kauw
Ook erwtensoep met vette lel
En griesmeelpudding met een vel
Kan ik wel kwijt
En zie ik dan een beetje pips
Sla ik een jonkvrouw op haar bibs
Dat helpt altijd
De keukenmeid in groezelschort
Brengt mij een groot glas goede port
Da’s voor de trek
En eet ik dan een lapje bief
Dan vindt de keukenmeid mij lief
Zij streelt mijn nek
Ze brengt mij nog een bak patat
Met lekker zure saus want dat
Kalmeert de maag
Dan vraag ik aan de herbergin:
Lik jij de frietsaus van mijn kin
Dat doet zij graag
Ziehier uw ridder zonder vrees
Ik tackle al uw draadjesvlees
Met kool of ui
Uw spijzen rijg ik aan mijn zwaard
Uw puddingsaus mag in mijn baard
En op mijn trui
Dus als u tafelridders zoekt:
Ik ben nog lang niet volgeboekt
Ik kom meteen
Maar weet: ik doe het niet voor niets
Ik wil een jonkvrouw op mijn fiets
Voor mij alleen
volgend liedje
(c) 2005-2009 Websites & Co en microgeluk.nl